In 2013 schreven wetenschappers in het wereldwijd hoog aangeschreven Annals of Internal Medicine: “Suppletie met de meeste vitaminen en mineralen biedt bij volwassenen die gezond eten geen duidelijk voordeel en zou zelfs schadelijk kunnen zijn.” [1]
Het steekt regelmatig de kop op in de media: als we zouden eten volgens de Schijf van Vijf, zou niemand meer een multivitamine nodig hebben. De Schijf van Vijf is gebaseerd op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad. Wie voldoet er eigenlijk aan deze richtlijnen? Hoeveel mensen kunnen we classificeren als “volwassenen die gezond eten”?
Ongeveer een kwart van de bevolking voldoet aan de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad, blijkt uit onderzoek van het CBS uit 2015[2]. Nederlanders eten dus onvoldoende groente en fruit om in hun dagelijkse behoefte aan vitaminen en mineralen te voorzien. Datzelfde geldt in de VS, waar het geciteerde artikel vandaan komt.
Er was veel kritiek op het artikel in de Annals of Internal Medicin. "Het is geen geheim dat consumenten in dit land niet de aanbevolen hoeveelheid nutriënten binnenkrijgen uit de voeding alleen. Multivitaminen en mineralen zijn een betaalbaar alternatief", stelden bijvoorbeeld enkele wetenschappers van onderzoeksbureau globalresearch[3].
Daarbij komt dat ook wie ‘gezond’ eet – dus volgens de Richtlijnen Goede Voeding – niet per definitie genoeg nutriënten binnenkrijgt. Dit komt onder andere door verarming van landbouwgrond, selectie en manipulatie van gewassen, het onrijp plukken van fruit en de eenzijdige voeding/beperkte bewegingsruimte van kippen, varkens en koeien. Hierover lees je meer in onze whitepaper ‘basissuppletie\'.
Maar wat is nu de oorzaak van dit soort berichten? We zouden toch moeten kunnen aannemen dat ze gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek? Dat is inderdaad het geval, maar het probleem is dat er weinig goed wetenschappelijk onderzoek naar multivitaminen wordt gedaan. “Er is al veel onderzoek gedaan naar de effecten van één of twee vitaminen [...] maar de effecten van meerdere vitaminen zoals in een multivitamine zijn nog niet zo goed onderzocht”, zeggen onderzoekers [6]. De resultaten zijn bovendien vaak tegenstrijdig, mede omdat bij elk onderzoek weer andere multivitaminen worden gebruikt.
Een belangrijk probleem is de slechte therapietrouw. Net als bij medicijnen geldt, dat de therapietrouw bij voedingssupplementen te wensen overlaat. Tussen de 30 en 60 procent van de mensen neemt geadviseerde vitaminen en/of medicijnen niet of niet op tijd in[4]. Dit gebeurt net zo goed in een onderzoekssetting[3]. Therapie-ontrouw zorgt ervoor dat de gemeten resultaten geen benadering zijn van de werkelijkheid. Wanneer men op basis van dergelijk onderzoek conclusies en adviezen publiceert, zorgt dit dus altijd weer voor verwarring.
Een ander groot probleem is het gebruik van laag gedoseerde voedingssupplementen. Bij een groot onderzoek bij mannen werd geen significant verband gevonden tussen cognitieve functie en het gebruik van multivitaminen[3]. Echter, de gebruikte multivitamine bevatte slechts 25 mcg B12 en 20 mcg selenium, respectievelijk een vitamine en een mineraal die juist in hogere doseringen belangrijk zijn voor een normale hersenstofwisseling. Zelfs de onderzoekers gaven toe dat er “wellicht te lage doseringen zijn gebruikt”[3].
Gelukkig is er ook goed opgezet wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het gebruik van multivitaminen. Hieronder een klein aantal met opzienbarende resultaten.
Conclusie? Multivitaminen zijn zeker geen geldverspilling, eerder een essentiële aanvulling op elk (gezond) voedingspatroon. Daarom bevelen we altijd een goede, brede multivitamine aan als basissuppletie. Daarbij is het wel belangrijk dat de nodige vitaminen en mineralen in voldoende hoge dosering en goed opneembare vorm aanwezig zijn voor een optimaal resultaat.