Kennisbank

Nutrienten

Overige Categorieen

Pepsine

Beschrijving

Pepsine is een spijsverteringsenzym dat in de maag actief is. Pepsine breekt eiwitten af tot kleinere peptiden en aminozuren die makkelijker opgenomen kunnen worden in de dunne darm  [1]. Het behoort tot de groep van proteasen (eiwitsplitsende enzymen) en is een van de eerste enzymen die actief wordt in het verteringsproces na de inname van voedsel. Pepsine breekt enkel eiwitten af. Pepsine is een belangrijk onderdeel van maagsap, net als zoutzuur (HCl). Pepsine komt van nature niet in voeding voor, maar maakt het lichaam zelf.

Pepsine ontstaat uit het inactieve pro-enzym pepsinogeen dat door zogenoemde hoofdcellen in de maagwand wordt uitgescheiden. Wanneer pepsinogeen vervolgens in contact komt met maagzuur, wordt het omgezet in actief pepsine. Het is daarbij belangrijk dat het maagzuur zuur genoeg is voor zowel een optimale omzetting van pepsinogeen naar pepsine als de proteolytische activiteit van pepsine zelf. Pepsine werkt optimaal bij een lage zuurgraad, oftewel een pH tussen de 1,5 en 2 [1]. Pepsine zelf kan ook pepsinogeen activeren [2]. Door deze positieve terugkoppeling versterkt het proces zichzelf. Pepsine is met name essentieel voor een goede vertering van eiwitten, maar mogelijk ook bij de vertering van nucleïnezuren, zoals DNA en RNA, die essentieel zijn voor de vitaliteit van vrijwel elke cel [3].

Pepsine is een agressief enzym dat ook de eigen maagwand zou kunnen aanvallen. Om te voorkomen dat de maagcellen zelf worden verteerd door pepsine en maagzuur (autodigestie) beschermt de maag zichzelf met een slijmvlieslaag met bicarbonaat ter neutralisatie van het maagzuur [4]. Wanneer het zure voedsel uit de maag de twaalfvingerige darm bereikt, stopt de werking van pepsine. De basische (minder zure) omgeving aldaar zorgt ervoor dat pepsine weer wordt omgezet naar het inactieve pepsinogeen.

Bij een pepsinetekort of een verminderde functionaliteit ontstaan problemen met de eiwitvertering. Er komen onverteerde eiwitten in de darm, waar ze aanleiding kunnen geven tot gasvorming, fermentatie, een opgeblazen gevoel en een dysbiose in het microbioom. Pepsine voorkomt daarnaast dat te grote eiwitfragmenten in de darm terecht komen en een immuunreactie kunnen uitlokken [5].

Een pepsinetekort gaat vrijwel altijd gepaard met een verlaagd maagzuur (ook wel hypochloorhydrie genoemd). Door het maagzuurtekort is er onvoldoende activatie van pepsinogeen naar pepsine. Maagzuurtekorten komen steeds vaker voor en hebben verschillende onderliggende oorzaken. Het tekort kan zitten in een verlaagde productie van zoutzuur door de pariëtale cellen van de maagwand, door onder meer ouderdom, gastritis, stress of het gebruik van maagzuurremmers zoals protonpompremmers (PPI’s) en histamine blockers (H2-blockers) [1,6–8]. Ook door snel te eten of teveel te drinken tijdens het eten kan het maagsap verdund worden, waardoor een goede eiwitvertering spaak loopt. Daarnaast geven slechte voedselcombinaties (zoals veel zetmeel met vet) eveneens een verminderde maagzuurrespons.

Door maagzuurtekorten kunnen allerlei andere klachten ontstaan, waaronder een verminderde opname van nutriënten, waaronder vitamine B12, ijzer, zink en magnesium [9]. Hiertoe behoort ook een verhoogde gevoeligheid voor maag- en darminfecties. Samen met het maagzuur zorgt pepsine er namelijk voor dat pathogenen uit voedsel, zoals Helicobacter pylori, bacteriën, schimmels en parasieten worden gedood en geen kans maken op overleving in het lichaam [10]. Pepsinetekorten en een verlaagd maagzuur worden eveneens geassocieerd met voedselovergevoeligheden en voedselintoleranties door een reactie van het immuunsysteem op onvoldoende verteerde eiwitten.

Hoewel pepsine niet in voeding voorkomt, kan de pepsineproductie wel gestimuleerd worden. Dit kan door de afgifte van pepsinogeen te bevorderen en te zorgen voor voldoende maagzuur. Het eten van voldoende eiwitten, bitterstoffen en bewust eten in rust ondersteunen deze processen. Bij klachten waar sprake is van een verlaagde maagzuurproductie, kan aanvulling met pepsine zeer effectief zijn. Pepsine ondersteunt de eiwitvertering en de opname van bouwstoffen in het lichaam.

Suppletie

Pepsine kan afzonderlijk worden ingenomen. Vaak wordt het in combinatie met een betaïne hydrochloride (HCl)-supplement ingenomen, omdat betaïne HCl zorgt voor een zure omgeving waarin pepsine goed gedijt. Ook kan pepsine als onderdeel van een mix van spijsverteringsenzymen gesuppleerd worden om de (eiwit)vertering te ondersteunen.

Een hoge enzymactiviteit is wenselijk in een pepsine supplement. Dit geeft namelijk aan hoeveel eiwit pepsine kan verteren. Hoe hoger de activiteit (vergelijk 1:3000 met 1:10.000), des te effectiever de formule. Een activiteit van 1:10.000 geeft bijvoorbeeld aan dat 1 eenheid van pepsine in staat is om 10.000 delen eiwit af te breken.

Toepassingen

Functionele dyspepsie

Dyspepsie (verstoringen in de bovenste delen van het spijsverteringskanaal) geeft klachten als zuurbranden, oprispingen, buikpijn, boeren, een opgeblazen gevoel, een zwaar of vol gevoel na de maaltijd en misselijkheid [11]. De prevalentie van functionele dyspepsie (zonder organische oorzaak) varieert wereldwijd van 10-30% [12]. Regelmatig gaat het gepaard met een verminderde maagzuurproductie. Pepsine kan dan effectief zijn, veelal in combinatie met betaïne HCl om ook de juiste maag-pH te verkrijgen.

In een observationele studie in 97 volwassenen met functionele dyspepsie werd het effect van een enzympreparaat (pepsine met aminozuur-hydrochloride gedurende 6 weken) op maagdarmklachten geëvalueerd [13]. Traditioneel gezien wordt dit preparaat ingezet ter ondersteuning van de proteolytische activiteit in de maag. In een subgroep van 70 patiënten, werd na 3 weken bij 24% een afname van meer dan de helft van de klachten gezien en na 6 weken bij meer dan 30% van de patiënten. De behandeling werd goed getolereerd.

Gerandomiseerde vervolgstudies zijn echter gewenst. Ondanks dat functionele dyspepsie een heterogene aandoening is, kan pepsinesuppletie mogelijk effectief zijn omdat het de vertering op verschillende manieren ondersteunt [14].

Hypochloorhydrie

Bij hypochloorhydrie (een verlaagde maagzuurproductie) is de maag is niet zuur genoeg, waardoor er vrijwel altijd sprake is van onvoldoende omzetting van pepsinogeen naar pepsine. Dit komt vaker voor bij ouderen, omdat de capaciteit van zowel de hoofdcellen als de pariëtale cellen om respectievelijk pepsinogeen als zoutzuur te produceren afneemt. Ook kan hypochloorhydrie ontstaan door langdurig gebruik van maagzuurremmers. Als gevolg daarvan verloopt de eiwitvertering niet goed, waardoor er onverteerde eiwitten achterblijven en de maaglediging vaak vertraagd is. Suppletie van ‘maagzuur’ in de vorm van betaïne HCl met pepsine tijdens de maaltijd kan overwogen worden om de pH in de maag te verlagen en de eiwitvertering te ondersteunen [8].

Contra-indicaties

Belangrijke contra-indicaties voor het gebruik van pepsine zijn:

  • Maag- en darmzweren: pepsine heeft een potentieel irriterend effect op de slijmvliezen in het maagdarmkanaal als de natuurlijke beschermingsmechanismen verstoord zijn. Pepsine kan de slijmvliezen dan verder beschadigen, ook wanneer het wordt gegeven in combinatie met het zure betaïne HCl.
  • Gastro-oesofageale refluxziekte (GERD): bij mensen met GERD is de terugstroom van de zure maaginhoud naar de slokdarm het probleem. Het gebruik van pepsine of de combinatie van pepsine met betaïne HCl wordt afgeraden, omdat dat de klachten van GERD kan verergeren.
  • Gastritis (maagslijmvliesontsteking): pepsine kan klachten verergeren aan het reeds beschadigde maagslijmvlies.
  • Zwangerschap en borstvoeding: er is niet veel bekend over pepsinegebruik bij zwangere en lacterende vrouwen. Het advies is om dit alleen te doen onder begeleiding van een deskundig therapeut of arts.

Dosering

Pepsine is geen essentiële voedingsstof zoals vitaminen of mineralen. In een gezonde situatie produceert het lichaam voldoende pepsine.

De dosering van pepsine wordt vaak uitgedrukt in de mate van enzymactiviteit. Dat kan volgens verschillende normen weergegeven worden. Een norm is de ‘national formulary’ (NF). Waarbij 1:10.000 NF betekent dat 1 eenheid van pepsine in staat is om 10.000 delen eiwit af te breken onder gestandaardiseerde omstandigheden (pH, temperatuur en tijd).

Veiligheid

Pepsine is een enzym. Over het algemeen worden enzymsupplementen als veilig beschouwd [15].

Hoge doseringen van pepsine worden echter niet aanbevolen vanwege het risico op schade aan de maag- of darmwand in specifieke situaties.

Bijwerkingen

Pepsine heeft een potentieel irriterende werking op de slijmvliezen. Het kan een branderig gevoel geven in de maag of slokdarm bij refluxklachten. Het kan misselijkheid, pijn of oprispingen veroorzaken. Dit geldt vooral wanneer het supplement zonder voedsel wordt ingenomen en er sprake is van te weinig maagzuur.

Het advies is daarom om pepsine samen met betaïne HCl in te nemen tijdens of vlak na de maaltijd, bij voorkeur een eiwit- en /of vetrijke maaltijd. Betaïne HCl zorgt voor een zure omgeving waarin pepsine goed gedijt.

Interacties

Pepsine werkt optimaal bij een lage zuurgraad in de maag. Gelijktijdig gebruik van maagzuurremmers (zoals PPI’s en H2-blockers) wordt daarom afgeraden vanwege de tegenstrijdige werking die dan bestaat.

Synergisme en ondersteunde stoffen

Pepsine is alleen werkzaam in een zure omgeving. Het wordt daarom vaak ingezet samen met betaïne HCl, een verbinding van betaïne en zoutzuur [8].   

Referenties

[1]          Heda R, Toro F, Tombazzi CR. Physiology, Pepsin. StatPearls, Treasure Island (FL): StatPearls Publishing; 2025.

[2]          Patricia JJ, Dhamoon AS. Physiology, Digestion. StatPearls, Treasure Island (FL): StatPearls Publishing; 2021.

[3]          Liu Y, Zhang Y, Dong P, An R, Xue C, Ge Y, et al. Digestion of Nucleic Acids Starts in the Stomach. Sci Rep 2015;5:11936. https://doi.org/10.1038/srep11936.

[4]          Allen A, Flemström G. Gastroduodenal mucus bicarbonate barrier: protection against acid and pepsin. Am J Physiol Cell Physiol 2005;288:C1-19. https://doi.org/10.1152/ajpcell.00102.2004.

[5]          Untersmayr E, Jensen-Jarolim E. The role of protein digestibility and antacids on food allergy outcomes. J Allergy Clin Immunol 2008;121:1301–8; quiz 1309–10. https://doi.org/10.1016/j.jaci.2008.04.025.

[6]          McDonald EG, Milligan J, Frenette C, Lee TC. Continuous Proton Pump Inhibitor Therapy and the Associated Risk of Recurrent Clostridium difficile Infection. JAMA Intern Med 2015;175:784–91. https://doi.org/10.1001/jamainternmed.2015.42.

[7]          Cherpak CE. Mindful Eating: A Review Of How The Stress-Digestion-Mindfulness Triad May Modulate And Improve Gastrointestinal And Digestive Function. Integr Med (Encinitas) 2019;18:48–53.

[8]          Guilliams TG, Drake LE. Meal-Time Supplementation with Betaine HCl for Functional Hypochlorhydria: What is the Evidence? Integrative Medicine: A Clinician’s Journal 2020;19:32.

[9]          Carabotti M, Annibale B, Lahner E. Common Pitfalls in the Management of Patients with Micronutrient Deficiency: Keep in Mind the Stomach. Nutrients 2021;13:208. https://doi.org/10.3390/nu13010208.

[10]       Zhu H, Hart CA, Sales D, Roberts NB. Bacterial killing in gastric juice--effect of pH and pepsin on Escherichia coli and Helicobacter pylori. J Med Microbiol 2006;55:1265–70. https://doi.org/10.1099/jmm.0.46611-0.

[11]       Jebbink HJA, Smout AJPM, Akkermans LMA, van Berge Henegouwen GP. Functionele dyspepsie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1993;137:1762–6.

[12]       Swami OC, Shah NJ. Functional dyspepsia and the role of digestive enzymes supplement in its therapy. Int J Basic Clin Pharmacol 2017;6:1035. https://doi.org/10.18203/2319-2003.ijbcp20171653.

[13]       Forssmann K, Meier L, Uehleke B, Breuer C, Stange R. A non-interventional, observational study of a fixed combination of pepsin and amino acid hydrochloride in patients with functional dyspepsia. BMC Gastroenterology 2017;17:123. https://doi.org/10.1186/s12876-017-0675-9.

[14]       Petersen K-U. Pepsin and Its Importance for Functional Dyspepsia: Relic, Regulator or Remedy? Dig Dis 2018;36:98–105. https://doi.org/10.1159/000481399.

[15]       Enzyme Technical Association. Orally Administered Enzyme Food Supplement Safety Overview 2012.