Omega-3 tekort: hoe komt u erachter?

dinsdag 21-juli-2020

Vetzuren vervullen vele functies in het lichaam en een goede omega-3/-6 vetzuurbalans is belangrijk. Hoe komt u er nou achter dat uw cliënt een tekort heeft aan goede vetzuren? We vroegen het onze docent en ervaren therapeut Casper Beukema. Casper geeft onder meer de lessen macro- en micronutriënten in onze opleiding Orthomoleculaire Therapie

“Om een omega-3 tekort te achterhalen bij een cliënt heb je geen laboratorium met dure tests nodig”, aldus Casper. “Wat je niet eet, krijg je tenslotte ook niet binnen. Vandaar dat ik in mijn anamnese voornamelijk vragen stel die erop gericht zijn te achterhalen hoeveel zeevoedsel iemand eet. En ook belangrijk: hebben de ouders of zelfs grootouders omega-3 bronnen gegeten? Zo niet, dan heb je een groot vat te vullen bij je cliënt.”

In de praktijk ziet Casper dat nog lang niet altijd duidelijk is wat onder vette vis wordt verstaan. “Vis eten wordt nog weleens verward met vissticks en je zult het zeker meemaken dat met vette vis een portie kibbeling bedoeld wordt. Dus check voor de zekerheid wat de cliënt exact eet. Tilapia, lekkerbek, pangasias en kweekzalm tel je uiteraard niet mee in de categorie vette vis. Ook kabeljauw en schol reken ik maar magertjes mee. Schaal- en schelpdieren zijn natuurlijk een volwaardige omega-3 bron. Hou er rekening mee dat ook paling en garnalen vaak worden gekweekt. Dit is goed voor de proteïnen maar zet qua vetzuren geen zoden aan de dijk.”

We vroegen Casper ook hoe hij specifieke vetzuurproblematiek uitvraagt en wat hij als therapie adviseert bij een omega-3 tekort. “Natuurlijk ligt het eraan wat de klachten zijn. Ik vraag bijvoorbeeld naar somberheid, stressklachten, moeite met besluitvorming en veranderingen, en dat is een aanwijzing voor het inzetten van DHA en verwante stoffen zoals choline en jodium. Waar ik ook een DHA-tekort in herken is het onvermogen om gedachten los te laten en concentratieproblemen. Ik vraag nog weleens of ze hun rol kunnen loslaten wanneer deze niet nodig is. Denk aan een rol als vader, moeder, therapeut, kind, noem maar op. Een heel mooi product dat hier allemaal bij aansluit is een product dat DHA combineert met choline en vitamine D3. Dat doet ontzettend veel met hersenfuncties.”

“Ik vraag ook naar spijsverteringsklachten zoals maagzuurproblemen, pancreasproblemen en drijvende ontlasting. Als de cliënt daar last van heeft, dan kies ik voor het zekere en zet ik krillolie in. Krill vind ik zeer ondergewaardeerd bij therapeuten want de vorm van omega-3 is superieur en “oxidatie-proof” door het aanwezige astaxanthine. Sowieso beveel ik xantinesuppletie zoals zoals astaxanthine altijd aan samen met krill omdat het elkaars opname sterk verbetert”.

Voor depressie geeft Casper een interessante overweging: “Bij ontstekingen en depressies doe ik meer met EPA en stoffen zoals curcumine en ribes nigrum. Een depressie wordt vaak behandeld met DHA, maar EPA kan vaak effectief zijn omdat het een energietekort in de hersenen is. En maar al te vaak zit een actief immuunsysteem achter deze energievraag. Ook kun je EPA vaak goed inzetten bij fibromyalgieklachten. Levertraan is overigens mijn favoriet bij het herstellen van insulinegevoeligheid, vanwege het aanwezige vitamine A en vitamine D3.”

Tot slot geeft Casper nog een nuttige tip bij het werken met visvetzuren als therapie. “Wat je plan van aanpak ook is, geef het de tijd om te werken. Mijn grootste fout als beginnend behandelaar was dat ik binnen een maand resultaat verwachtte. Soms duurt het maanden voordat er verbetering zichtbaar is. Ik kan me nog goed herinneren dat een behandeling pas na 7 maanden effect had, op het moment dat ik op het punt stond om het op te geven. Vetzuren verdienen ons geduld, maar dan zijn ze het meer dan waard!”