Wanneer een vaccinatie bijwerkingen heeft, wordt dit vaak afgedaan als een allergische reactie. Ook wordt de schuld soms geschoven op een niet goed werkend immuunsysteem. Daarbij wordt er gemakkelijk aan voorbijgegaan dat de antigenen in de vaccins op zich al toxisch zijn.
Ook bepaalde conserveringsmiddelen in vaccins vormen een belasting voor het lichaam. Het veelgebruikte thimerosal bevat kwik, dat erg giftig is. “Als we toch willen vaccineren, waarom zouden we dan niet uit voorzorg deze toxische belasting zo veel en zo goed mogelijk proberen te neutraliseren?”, vraagt Levy zich af.
Van vitamine C is aangetoond dat het een algemene antitoxische werking heeft. Ook kan het heel goed kwik neutraliseren. “Zelfs de zeer giftige organische varianten worden aantoonbaar ontgift door vitamine C. Alleen al vanuit deze overweging is het een goed idee om een baby of kind extra vitamine C te geven rondom de vaccinaties. Daarmee kan de toxische belasting geminimaliseerd of zelfs volledig geneutraliseerd worden.”
Bovendien blijkt al sinds de jaren zeventig uit onderzoek dat vitamine C de antilichaamreactie versterkt. Levy pleit er daarom voor vitamine C een vast onderdeel te maken van het vaccinatieprotocol.
“Het doel van een vaccin is om een maximale antilichaamreactie uit te lokken. Daarbij is het belangrijk dat je zelfs bij de meest gevoelige patiënt geen toxische belasting veroorzaakt. Ik zie daarom geen enkel houdbaar medisch argument om niet standaard vitamine C toe te dienen rondom vaccinaties.”
De veiligheid van hoge doseringen vitamine C is vastgesteld in tenminste acht placebogecontroleerde dubbelblinde studies. Daarbij werd tot drie jaar lang dagelijks tot 10.000 mg vitamine C ingenomen. Naast gevallen van dunne ontlasting werden verder geen bijwerkingen gemeld.
Voor een optimale antilichaamreactie en een goede neutralisatie van toxinen, adviseert Levy om drie tot vijf dagen voor de vaccinatie te beginnen met minimaal 1000 mg vitamine C per dag. Dit moet men volhouden tot minimaal twee tot drie dagen na de vaccinatie.
Uiteraard kan men naar behoefte hoger doseren. Vaak wordt als bovenlimiet de zogenaamde ‘bowel tolerance’ aangehouden: de hoeveelheid vitamine C die net geen diarree veroorzaakt. Vanuit dit oogpunt is het bij baby’s en jonge kinderen belangrijk om een goed opneembare vorm van vitamine C te geven, zoals ascorbatencomplex, bijvoorbeeld als oplosbaar poeder. Ook het spreiden van de dosering over de dag verkleint de kans op diarree. Wanneer onverhoopt toch dunne ontlasting optreedt, kan de dosering eenvoudig verlaagd worden.
Bij ouderen die de griepprik of andere vaccinaties krijgen, is het vanwege de verminderde opname van vitamine C aan te bevelen om enkele weken vooraf te beginnen en daarna nog enkele weken door te gaan. Ook hier bieden hoge doseringen ascorbatencomplex uitkomst.