Het is al enige tijd bekend dat het risico op schizofrenie seizoensafhankelijk is. Kinderen die geboren worden in de winter of lente lopen een verhoogd risico. Men heeft daarom het sterke vermoeden dat een laag vitamine D-gehalte bij de moeder in de periode voorafgaand aan de geboorte een rol speelt.
Aan het nieuwe onderzoek, dat deels is uitgevoerd door de Harvard Medical School (VS), deden 35 schizofreniepatiënten mee. Bij hen werden onder andere hersenscans gemaakt en bloedwaarden vitamine D gemeten. Bij 34 van de 35 patiënten werd een hypovitaminose D vastgesteld. Van alle patiënten bleek 83% deficiënt (minder dan 50 nmol/L in het bloed).
Ook keken de onderzoekers naar de omvang van de hippocampus bij schizofrenie in relatie tot vitamine D. Er bleek een significante correlatie te bestaan tussen het vitamine D-gehalte en de hoeveelheid grijze materie in de rechter hippocampus: hoe meer vitamine D, hoe meer grijze materie. De hippocampus bevat een zeer hoge concentratie vitamine D-receptoren en is belangrijk voor het geheugen en emotieherkenning. Problemen met emotieherkenning komen vaak voor bij schizofreniepatiënten.
Ook het risico op diverse andere psychische aandoeningen gaat omhoog bij een tekort aan vitamine D. Dit is bijvoorbeeld het geval bij depressie en stemmingsstoornissen. Bij stemmingsstoornis ligt het vitamine D-gehalte in het bloed vaak nog lager dan bij schizofrenie. Een goede vitamine D-status is dus essentieel, zeker bij iedereen die (aanleg heeft voor) psychische problematiek.